250 jaar onderwijs in Kasteeldorp Rozendaal
Van aap (moot mies) tot @ (apenstaartje)
Bronnen : “Ambt & Heerlijkheid 119, jaargang 43, december 1997″ uitgaven van Oudheidkundige kring Rheden-Rozendaal en “Enkele grepen uit de bouwgeschiedenis van de Rozendaalse Dorpsschool door J. Baltjes.
School in oude Herberg vlakbij de kerk
Tot in het midden van de 18de eeuw gingen de Rozendalers in Velp in de Oude Jan naar de kerk en de kinderen die naar school gingen kregen les van de Velpse koster. Hierin kwam verandering toen de heer van Rosendael, Lubbert Adolf Torck, besloot een eigen kerk te stichten in Rozendaal. Daar het in die tijd gebruikelijk was dat het onderwijs werd verzorgd door de koster, lag het voor de hand dat er bij de kerk een school kwam. De kerk werd ingewijd op 9 juli 1758 en Lubbert Torck kon dat nog net bijwonen, want hij overleed oktober 1758.
De eerste school in Rozendaal heeft vlak naast de kerk gestaan en is door de heer van Rosendael gelijk met de kerk gesticht. Beide waren zijn eigendom.
Al in 1753 kocht Lubbert Adolf Torck het huis van Jacob van Hees, de oude herberg (het “Leyenhuis”), nu staat er de ‘Hut’ en verhuurde deze voorlopig voor enkele jaren. Toen er voor de kerk een eigen predikant werd benoemd, werd er gelijktijdig een koster-schoolmeester aangesteld. Na tijdens de verbouwing van de oude herberg korte tijd les te hebben gegeven in een huis aan de Rozendaalselaan, betrok deze koster-schoolmeester de oude herberg waar hij woonde en les gaf. De koster had er vrij wonen. In mei 1812 is er een afzonderlijk schoolhuisje aangebouwd. Van 1758 tot 1930 is de schoolmeester behalve koster ook voorzanger en doodgraver geweest. Meester Slempkes, was de laatste die beide ambten in Rozendaal vervulde. Hij was liever alleen meester vooral omdat hij geen zangtalent had. In die tijd waren de eisen niet hoog, die aan een toekomstige schoolmeester werden gesteld. Dat blijkt ook uit het verhaal van Theodorus Gordon, die op 27 februari 1787 proeven van bekwaamheid moest afleggen om tot schoolmeester te Velp benoemd te worden.
Hij verscheen keurig uitgedost voor ds. Stolk en later voor ds. Swijgman Wildervanck van Rozendaal, waar hij uit de bijbel moest voorlezen en enige psalmen zingen. Hierna kon hij zijn gewichtige taak beginnen. In die tijd waren er weinig leermiddelen en lieten de schoollokalen te wensen over. Dominee van den Ende, die samen met baron Assueer Jan Torck het onderwijs in Rozendaal wilde verbeteren, stuitte, op zoveel onwil en onwetendheid, dat dit het bij voorbaat gedoemd was te mislukken. De school is waarschijnlijk tot 1842 bij de kerk gebleven
De Torckschool
Assueer Lubbertus Adolf Torck liet in 1842 een nieuwe school bouwen naar ontwerp van P.Verwagen. Dit is de school die wij nu als de Torckschool kennen. Het was een bijzondere school der tweede klasse met maar een lokaal. We kennen de motieven voor de bouw niet, maar de bevolking was de heer van Rosendael zeer dankbaar.
In 1861 telde de school 101 leerlingen waarvan er 1 uit Arnhem kwam, 30 uit Velp en 70 uit Rozendaal. De kinderen van buiten moesten het schoolgeld vooraf betalen en werden niet toegelaten zonder betalingsbewijs. Het schoolgebouw en de onderwijzerswoning bleven nog wel in bezit van de heer van Rosendael. In 1859 is Heuveloord gebouwd als woning voor de onderwijzer.
In 1842 was het een modelschool, maar in 1900 zegt een oude metselaar er het volgende over: “Een grote holle ruimte, een lichaam zonder ziel”. Een gebouw zonder verband, met een klein voorportaal tegen de zuid muur en aan de achterkant een paar vunzige toilethokjes. Idyllisch was het gebouw zeker niet maar wel de ligging. Twee leerkrachten voor zeventig of tachtig kinderen in een lokaal, dat was een toestand die niet te handhaven was
In 1902 is de school verbouwd door aannemer E.J. Muis en van een neorenaissance voorgevel met ingezwenkte topgevel voorzien. De school was al gauw weer te klein omdat er veel kinderen uit Velp kwamen
De school na 1945
Na de bevrijding kreeg de school het door verschillende factoren bijzonder moeilijk. Het gebouw was door de bewoning en beschietingen onbruikbaar geworden en het zou nog wel even duren voor er een lokaal beschikbaar was. De raadszaal werd weer als school ingericht. Het schoolhoofd vroeg en kreeg eervol ontslag en de onderwijzeres ging in november trouwen. Hierna volgde verschillende tijdelijke leerkrachten. Het gevolg was dat veel ouders hun kinderen in Velp op school deden, waar de zaken beter geregeld waren, waardoor het leerlingaantal een dieptepunt bereikte van veertien. De gemeenteraad heeft zelfs overwogen de school op te heffen. Uiteindelijk werd na overleg met de inspectie met spoed een nieuw hoofd aangetrokken. En op 1 maart 1946 was de school weer in zoverre hersteld dat een lokaal in gebruik kon worden genomen. Langzaam maar zeker herstelde school en onderwijs zich van de geleden schade.
In 1950 werd de laatste band tussen school en kasteel verbroken. De school en het meesterhuis met de wei aan de Rosendaalselaan werden voor f 11.750,– door de gemeente aangekocht van de erven Van Pallandt. In 1954 gaf het gemeentebestuur als dank voor alles wat de heren van Rosendael voor het onderwijs hier ter plaatse gedaan hebben de openbare school de naam “Torckschool”.
Veranderingen in Rozendaal
Al vroeg in het jaar 1956 betrokken de eerste bewoners van de toen in aanleg zijnde wijk “de Leermolensenk” in Rozendaal hun nieuwe woningen. Met de realisatie van die woonwijk ca. 100 woningen – verdubbelde zich globaal het bevolkingsaantal van deze gemeente. Dat er toen in alle opzichten nog ruimte was weerspiegelt zich in de situatie van de openbare school, de Torckschool, aldaar. Men zal geneigd zijn te denken, dat daar de uitbreiding in de eerste plaats zou worden gevoeld in de vorm van ruimtegebrek. Dat was echter geenzins het geval.
Nog in 1959 oordeelde de inspecteur van het lager onderwijs:
Ik vind het gebouw een van de lieflijkste in mijn inspectie
Er is geen sprake van dat het in zodanige staat verkeert, dat het afgekeurd dient te worden. 1k vind het een goed onderhouden gebouw, waar een sfeer is die alle mogelijkheden voor een goed onderwijs biedt.
Maar 10 jaat later in 1969 deelde de staatssecretaris van onderwijs en Wetenschappen mee: Wet is mij bekend, dat de bouw van een vierlokalig schoolgebouw ten behoeve van de openbare school voor gewoon lager onderwijs te Rozendaal, dringend noodzakelijk is.’ In die tien jaar was er veel veranderd: de gemeente groeide van 890 naar 1396 inwoners, waardoor in 1965 een 3de lokaal moest worden gebouwd in 1968 een 4de lokaal in gebruik genomen werd in de bakkerij en in 1969 een 5de lokaal werd bijgebouwd aan de bosrand. Ook na 1969 bleef het aantal leerlingen stijgen. In 1971 werd een 6de lesruimte gevonden in de consistorie van de Hervormde kerk.
Alleen uit deze constatering blijkt al, dat het aantal leerlingen in die tien jaar aanzienlijk moet zijn toegenomen. De situatie in ogenschouw nemende hoeft dat geen verwondering te baren. Onder de nieuwe bewoners van De Leermolensenk waren veel pasgetrouwde paren waarvan de kinderen in 1969 de leerplichtige leeftijd bereikten. En kan de Leermolensenk als eerste – naar Rozendaalse maatstaven – grootschalig uitbreidingsproject worden beschouwd, ook elders in de gemeente werd veel nieuwbouw gepleegd. Op de golvende akkers aan de westzijde van de Schelmseweg verrees de woonwijk “De Del”. De voormalige moestuin van het kasteel, toen in gebruik als kwekerij van een hoveniersbedrijf, bood plaats aan een aantal nieuwe woningen en het Bakkerspad werd Bernhard ter Haarlaan met ook daarlangs een aantal nieuwe huizen. Vele toen nog open plekken werden bebouwd en al zingend achter versierde fietsen en kinderwagens tong de bevolking:
Nu zijn wij duizend in totaal
Lang leev’ ons aller Rozendaal.
Hoopte men aanvankelijk nog dat daling van het geboortecijfer en toenemende vergrijzing al te forse ingrepen overbodig zouden maken, in 1969 groeide ook het besef dat aan nieuwbouw niet viel te ontkomen. Bij de scholenbouw is een groot scala aan instanties en personen betrokken. Daar is in de eerste plaats het gemeentebestuur, dat tot de bouw moet beslissen, het bouwterrein ter beschikking moet stellen en de financiering moet zien rond te krijgen. De betreffende besluiten moeten worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten en de Minister van Onderwijs moet een urgentieverklaring afgeven, zonder welke niet met scholenbouw mag worden begonnen. Ook voor het verkrijgen van de jaarlijkse tegemoetkoming in de lopende kosten is deze verklaring onmisbaar. Een bouwcommissie en een architect bleven aanvankelijk nog even buiten het beeld. Wel nodigde de inspecteur van het lager onderwijs B. en W. van Rozendaal uit enkele voorbeelden van goede scholenbouw te bezoeken.
Het zoeken naar een architect hielden B. en W. aan zich. Wel trad op dat moment een bouwcommissie naar voren, waarin vertegenwoordigers van het college, het toenmalige schoolhoofd en enkele onderwijsdeskundigen zitting hadden, later uiteraard uitgebreid met de architect en bij de bouw betrokken deskundigen.
In januari 1971 waren zoveel informaties verzameld dat het tijd werd een architect te gaan zoeken. Afgaande op die informatics kwam men terecht bij architect J. Verhoeven te Hoevelaken. Bij een bezoek aan zijn bureau moeten de gasten enkele schokeffecten hebben ondergaan. In ieder geval, het verslag van dat bezoek getuigt van een “Dit is het niet”, dat werd ervaren bij het aantreden van bet voorterrein van het architectenbureau, een mening, die bij vertrek was veranderd in: “Dit kan het wel zijn”.
Hoe dan ook, Verhoeven werd de architect! Om te beginnen ging hij ervan uit dat het uiteindelijke gebouw zodanig zou moeten zijn, dat alle betrokkenen het niet als bet uitsluitende werk van de architect zouden zien, maar het als het werk van henzelf zouden ervaren. Voordat dit gebouw op papier en daarna op Rozendaalse bodem stond heeft hij dan ook bij alle betrokkenen: personeel, bevoegd gezag, ouders enzovoort, een tamelijk langdurig bewustwordingsproces begeleid ormtrent doelstelling en vormgeving. Allen die met het gebouw te maken zouden krijgen moesten bet eens worden over de prioriteiten en de keuzes die men daarbij zou moeten maken. Dat niet direct op de eerste vergadering van de bouwcommissie voorstellen in de vorm van bouwtekeningen op tafel kwamen ligt dan ook voor de band
Het heeft nog een paar jaar geduurd totdat het gehele plan was gerealiseerd. De nieuwe school is een ontwerp van architect Jan Verhoeven en is tussen 1971 en 1973 gerealiseerd.
Maar uiteindelijk werd ook deze school te klein en werd er een nieuw plan gemaakt.
Na heel veel discussies werd er uiteindelijk in oktober 2017 gestart met de nieuwbouw van de school de verwachting is dat de school 4e kwartaal 2018 wordt opgeleverd.
De nieuwe Dorpsschool
Nu de nieuwe school is opgeleverd kan hij in gebruik genomen worden.
Op de plaats van de oude Dorpsschool zal nu een nieuw wijkje ontstaan met 8 huizen.
De nieuwbouw van deze huizen is op deze website te volgen.